Vous êtes ici ›Home› Dossiers
DOEN ELEKTRISCHE VOERTUIGEN (FIJN) STOF OPWAAIEN? (JANUARI 2015)
Heel recent werd de (milieubewuste) automobilist opgeschrikt door de verklaringen van een onderzoeker van Transport & Mobility Leuven (TML) als zouden elektrische voertuigen haast net zoveel fijnstof produceren als benzinewagens. Elektrische voertuigen zouden in de ogen van de betrokken onderzoeker geen stap vooruit betekenen in het verduurzamen van onze mobiliteit. Integendeel, de hogere aanschafprijs zou de investering niet rechtvaardigen en bovendien zouden incentives voor elektrische voertuigen eveneens hun doel voorbijschieten. Een boodschap die gretig werd opgepikt door de media, maar waar FEBIAC onmiddellijk nuancering en correctie aan heeft aangebracht. Zonder dat wij hierbij de steeds betere milieuprestaties van verbrandingsmotoren minimaliseren, en in de wetenschap dat onze mobiliteit ook de komende jaren nog fundamenteel afhankelijk blijft van fossiele brandstoffen.
Elk voertuig dat rijdt, veroorzaakt slijtage aan onder
andere banden en remvoeringen. Die slijtage vertaalt
zich dan weer in de productie van een hoeveelheid
fijnstof. En wat eigenlijk heel logisch is: de verschillen
tussen voertuigen op benzine, diesel of elektriciteit
zijn op dat vlak niet zo beduidend. Bovendien is
het een feit dat de nieuwste auto’s dermate schoon
en milieuvriendelijk zijn geworden dat hun uitlaatemissies
zeer beperkt zijn. Dat wordt ook erkend en
benadrukt in het studiewerk van TML. Maar daarmee
stopt het verhaal helemaal niet! Elektrische voertuigen
bieden een aantal voordelen die hen in onze ogen
zeker nog een stapje voor geven op verbrandingsmotoren.
Wij denken daarbij onder meer aan:
het volledig ontbreken van uitlaatemissies op
de plaats van gebruik;
- het rendement van de aandrijving dat veel
hoger ligt dan bij een verbrandingsmotor;
- de groeiende mogelijkheid om elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen aan te wenden;
- de voordelen van elektromobiliteit wat de betreft
de energieonafhankelijkheid van ons land en van
Europa;
- de sterk gereduceerde geluidshinder in stadsverkeer;
- en op termijn: de mogelijkheid om elektrische
voertuigen in te schakelen in slimme elektriciteitsnetwerken
waardoor zij veel meer kunnen
worden dan enkel een verbruiker van energie.
Deze voordelen rechtvaardigen niet enkel de
zeer grote en ambitieuze investeringen die autoconstructeurs
doen om elektrische auto’s definitief
deel te doen uitmaken van onze mobiliteit; zij verantwoorden
ook de ondersteuningsprogramma’s
die zowat overal in Europa worden uitgewerkt om
deze voertuigen commercieel succesvol te maken.
Op dat vlak hinkt ons land trouwens nog achter!
Veel meer zou kunnen en moeten gedaan worden
om elektromobiliteit te promoten.
Hoe dan ook, het studiewerk van TML laat meer
dan één steek vallen. En hoewel deze onwaarheden
intussen helaas al hun weg gevonden hebben
in de media en in de hoofden van velen, toch
vinden wij het van wezenlijk belang om de waarheid
haar plaats te geven. Daarom publiceren
wij hierbij de opinie van Prof. Dr. Ir. Joeri van
Mierlo van het departement Engineering van de
Vrije Universiteit Brussel, die in dit domein gezien
wordt als een wereldautoriteit.
Elektrische voertuigen stoten 4 keer
minder fijn stof uit dan benzine
voertuigen.
Een recente studie van Transport and Mobility
Leuven deed heel wat (fijn) stof opwaaien in de
media. Volgens deze studie veroorzaakt een elektrische
auto evenveel fijn stof als een conventionele
benzinewagen. Een verrassend resultaat dat sterk
afwijkt van internationaal gepubliceerde resultaten.
Indien men deze studie van Transport and Mobility
Leuven onder de loep neemt dan moet men vaststellen
dat niet enkel verkeerde cijfers gebruikt worden,
maar erger nog dat deze niet gebaseerd is op een
juiste wetenschappelijke methode.
Om de milieu-impact van voertuigen op een wetenschappelijk
erkende basis te vergelijken dient men
gebruik te maken van een volledige levenscyclusanalyse.
Bij een dergelijke methode worden niet
alleen de emissies die uit de uitlaatpijp van een
voertuig komen in rekening gebracht, maar ook de
emissies voor de productie van de brandstof (benzine
of diesel) en elektriciteit. Daarnaast wordt ook
de milieuschade van de productie van het voertuig
en zijn componenten, oa de batterij, mee in rekening
gebracht alsook de impact van het recycleren
van bepaalde onderdelen als het voertuig versleten
is. Vanzelfsprekend wordt in dergelijke wetenschappelijke
methode ook rekening gehouden met de
slijtage van de banden en remmen.
Een uitgebreide analyse van de milieu-impact van
voertuigen is terug te vinden in het doctoraatswerk
van Maarten Messagie “Environmental performance
of electric vehicles, a life cycle system approach” (Vrije
Universiteit Brussel, 2013). Het werk werd door tal
van internationale experts gevalideerd, oa Prof. Anne-
Marie Tillman (Chalmers), een autoriteit in het domein
van levenscyclusanalyses. Voorts werden onderdelen
van dit onderzoek gepubliceerd in internationaal
toonaangevende, wetenschappelijke tijdschriften die
werken met een dubbel blind evaluatieproces.
Uit dit doctoraatswerk blijkt dat de productie van
fijn stof tgv de remmen, banden en wegdek, slechts
5% is van de totale productie van fijn stof van
een voertuig over zijn volledige levensduur. Daar
elektrische wagens via de elektrische motor ook
het voertuig kunnen afremmen, het zogenaamde
regeneratief remmen, hebben deze voertuigen veel
minder slijtage van de mechanische remmen dan
diesel of benzinevoertuigen.
Naast het fijn stof dat
uit de uitlaatpijp van een benzine of dieselvoertuig
komt, komt een significante hoeveel fijn stof vrij bij
de productie van benzine en diesel (olieraffinage).
Indien men de uitlaatpijpemissies en de emissies van
olieraffinage van benzinevoertuigen vergelijkt met
de emissies voor de productie van elektriciteit voor
elektrische voertuigen, dan stoten elektrische voertuigen
4 keer minder fijn stof uit dan benzinevoertuigen.
De ontginning van grondstoffen, meestal
buiten Europa, voor de productie van componenten
van voertuigen, oa. de productie van de katalysator
bij benzine wagens en de batterij bij elektrische
wagens, verhogen in belangrijke mate de milieuimpact.
Het is dus aanbevolen deze ontginning
milieuvriendelijker te maken en de componenten op
het einde van hun levensduur te recycleren.
Naast fijn stof zijn er nog tal van andere redenen
die in het voordeel van elektrische voertuigen pleiten.
Conventionele diesel en benzine wagens stoten
aanzienlijke hoeveelheden uitlaatgassen uit in de
stad, zoals koolstofmonoxide, stikstofoxiden en
vluchtige organische stoffen, die allen een impact
hebben op de gezondheid. Elektrische voertuigen
zijn ook voordelig om de klimaatsverandering
tegen te gaan. Vandaag stoten ze slechts 1/3e
broeikasgassen uit in vergelijking met benzine
wagens, rekening houdend met de productie van
elektriciteit in België.
Daar de gemakkelijk ontginbare aardolie opgeraakt,
zal men meer en meer gebruik moeten
maken van aardoliewinning uit teerzand en
schaliegas. Deze ontgining heeft een veel grotere milieu-impact dan de conventionele ontgining van
aardolie. Daarentegen wordt elektriciteitsproductie
properder door de toename van hernieuwbare
energiebronnen (windturbinnes, zonnecellen).
Wie vandaag een benzine wagen koopt weet
dat die in 10 jaar op meer vervuilende benzine
zal rijden. Wie vandaag een elektrische wagen
koopt weet dat die binnen 10 jaar nog minder
impact zal hebben op het milieu.
Daarnaast zijn er ook economische voordelen.
De huidige import van aardolie in Europa heeft
een negatieve invloed op handelsbalans: 1miljard
Euro per dag exporteren we uit onze
Europese economie om aardolie te importeren.
Een studie van Cambridge Econometrics heeft
aangetoond dat kiezen voor elektrificatie 1 miljoen
bijkomende jobs kan opleveren in 2030
en meer dan 2 miljoen in 2050 in Europa.
Wensen we deze economische voordelen over te
laten aan de Aziatische landen of kiest Europa
resoluut voor elektromobiliteit?
Prof. Dr. ir. Joeri Van Mierlo
Vrije Universiteit Brussel
Faculty of Engineering
MOBI - Mobility, Logistics and Automotive technology
research centre
ETEC - Department of Electrical Engineering and
Energy Technology