Vous êtes ici ›Home› Dossiers
JAARVERSLAG 2016: DE BEDRIJFSVOERTUIGEN
DE MARKT VAN DE
BEDRIJFSVOERTUIGEN
IN 2016
In 2016 is de markt voor bedrijfsvoertuigen nog gegroeid,
zowel bij de lichte (=3,5 ton) als zware bedrijfsvoertuigen
(>16 ton en trekkers). Het segment tussen 3,5 en 16 ton
blijft echter een neerwaartse trend vertonen.
De inschrijvingen van lichte bedrijfsvoertuigen
zetten in 2016 de trend van 2015 voort: in totaal
werden 68.125 voertuigen ingeschreven, goed
voor een groei van +11,4%. Daarmee is 2016 het
beste jaar sinds tien jaar.
De eerste vier maanden van 2017 bevestigen
dat de markt gezond is: de inschrijvingen liggen
17,4% hoger dan in dezelfde periode van 2016. Die
groei wordt onder andere verklaard door de economische
herleving, door een opwaarts gerichte
marktcyclus, en door de groei van de e-commerce
en de daaruit voortvloeiende individualisering van
de leveringen – met bestelwagens.
Het marktsegment van 3,5-16 ton heeft het sinds
de financiële en economische crisis van 2007-2008
moeilijk: die markt is in 10 jaar gehalveerd.
Een andere, meer recente, factor versterkt die
trend: de kilometerheffing voor de bedrijfsvoertuigen
van meer dan 3,5 ton die in april 2016
ingevoerd werd.
Om die belasting te vermijden, hebben sommige
bedrijven en zelfstandigen wellicht een deel van
hun bedrijfsvoertuigen van meer dan 3,5 ton vervangen
door voertuigen van minder dan 3,5 ton.
In 2016 ging de zware truck- en trekkersmarkt
er fors op vooruit ten opzichte van het jaar voordien:
met +15,8% respectievelijk +18,5% overschreden
beide markten samen de grens van
8.000 ingeschreven voertuigen, da’s geleden van
2008. Ook Europa laat met +12,3% een meer dan
behoorlijke marktgroei optekenen.
Naast de algemene economische heropleving in
Europa, heeft de marktgroei in ons land ook vandoen
met de kilometerheffing die sinds 1 april 2016
geldt voor vrachtwagens >3,5 ton. Daarbij hangt
het km-tarief af van de tonnage en Euronorm van
het voertuig: de meest recente Euro V-VI voertuigen
moeten een stuk minder betalen per gereden km
dan (pré-)Euro IV-voertuigen, waardoor het loont
voor een (transport)bedrijf om hun (oudste) voertuigen
(sneller) te vernieuwen.
Ook de markt voor opleggers en aanhangwagens
zet goede resultaten neer (wat in lijn is met de goede resultaten van de markt voor trucks)
– een trend die al enkele jaren aan de gang is overigens.
De groei van de markt die in 2014 begon,
is in 2016 nog versneld: de inschrijvingen stegen
met +16,3%. De opleggers gingen het sterkst
vooruit, met +17,78%, tegen + 15,28% voor de
aanhangwagens.
BEDRIJFSVOERTUIGEN EN ALTERNATIEVE
BRANDSTOFFEN EN MOTOREN
Hoewel de inschrijvingen van lichte bedrijfsvoertuigen
met een benzinemotor in 2016
enorm gegroeid zijn (+ 65,2% in vergelijking met
2015) en de benzinevoertuigen nu een marktaandeel
van 4,4% hebben, blijven ze nog altijd
marginaal in vergelijking met dieselvoertuigen
(95%). Met 9,3% was de groei van de dieselmarkt
wel minder sterk dan in het vorige jaar.
De inschrijvingen van ‘elektrische’ voertuigen, die in
2015 nog een achteruitgang kenden, zijn in 2016
meer dan verdubbeld (+116,4%) tot 145 stuks. Ook
de andere alternatieve brandstof – CNG – doet het
met 417 inschrijvingen, of een groei van 38,1%,
goed.
De ontbrekende infrastructuur verklaart ongetwijfeld
het kleine volume alternatieven motoren.
Alternatieve brandstoffen blijven voor de zware
voertuigen nog steeds de grote uitzondering.
Het aantal CNG-tankstations neemt in Vlaanderen
dan wel gestaag toe, maar het blijft wachten op
een oplossing voor zwaardere vrachtwagens.
Een CNG-vrachtwagen moet immers 8 maal meer
brandstof aan boord hebben voor een gelijke
actieradius en vraagt een initiële investering die
die makkelijk 50% hoger is dan voor een klassieke
diesel vrachtwagen. Geen wonder dus dat het
aantal inschrijvingen beperkt blijft.
DE VLOOT
BEDRIJFSVOERTUIGEN
IN 2016
De vloot bestelwagens kent een duidelijke groei,
die van de trekkers gaat lichtjes vooruit, die van de
vrachtwagens krimpt. Die vaststellingen bevestigen
de algemene trends in de overeenstemmende
markten: de markt van de lichte bedrijfsvoertuigen
groeit, die van de zware bedrijfsvoertuigen wordt
gekenmerkt door een vervangingscyclus op een
stabiel of zelfs lichtjes dalend niveau.
Door een significante stijging van het aantal
inschrijvingen is de vloot lichte bedrijfsvoertuigen
veel sterker gegroeid (+4,7%) dan in de twee
jaren daarvoor (+2 en +2,6%). De 3 factoren die
hierboven vermeld werden – conjunctuur, marktcyclus,
e-commerce – verklaren die evolutie. De
groei van de vloot weerspiegelt wat sommigen
als de “camionnettisering” van het wegvervoer
omschrijven.
Alle tabellen die betrekking hebben op de markt
en het park van personenwagens in 2016, kunt u
terugvinden in onze Data Digest, vanaf pagina 56
in dit jaarverslag.
DE DOSSIERS
TECHNISCHE KEURING VAN TRUCKS:
WIJZIGING VAN DE PERIODICITEIT
Omdat de gewesten voor de organisatie van de
technische keuring bevoegd zijn, heeft elk gewest
een amendement op het reglement goedgekeurd
om de periodiciteit van de technische keuring van de
bedrijfsvoertuigen > 3,5 ton te wijzigen.
Het reglement voorziet nu in een eerste keuring van
die voertuigen 1 jaar na het eerste bezoek bij de
inschrijving, en dan een keuring om het jaar in plaats
van om de 6 maanden, zelfs als er tekortkomingen
vastgesteld zouden worden. Dat maakt de facto een
einde aan het bonussysteem.
De maatregel is sinds 1 januari 2017 in het Waalse
Gewest van kracht, en sinds 1 maart 2017 in het
Vlaamse Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest.
CLEAN POWER FOR TRANSPORT
Ter bevordering van alternatieve brandstoffen en
van de noodzakelijke tankfaciliteiten, heeft de
Europese Unie in 2014 de richtlijn ‘betreffende de
uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen’
opgesteld. Daarin wordt de lidstaten
gevraagd om een beleid uit te stippelen voor de
marktontwikkeling van milieuvriendelijke voertuigen
en de bijhorende infrastructuur.
In België hebben de 3 gewesten daartoe een aantal
concrete maatregelen goedgekeurd in gewestelijke
plannen en geconsolideerd in een nationaal CPTactieplan
(Clean Power for Transport), horizon 2020.
De ambitieniveaus van de gewesten lopen sterk
uiteen, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

EUROPEES DECARBONISATIEPLAN
Op 20 juli 2016 stelde de Europese Commissie
haar decarbonisatieplan ‘The transition to lowcarbon
emission’ voor. Tegen 2030 zouden België
35% en Luxemburg 40% van hun CO2-uitstoot
moeten verminderen ten opzichte van 2005.
In dit plan werd ook een maatregelenpakket voor
de transportsector voorgesteld:
- Efficiëntie van de transportsystemen verhogen;
- Het verbruik van lage-emissie energie in de
transportsector promoten;
- Een markt voor zero-emissie voertuigen ontwikkelen.

WINTER PACKAGE
De Europese Commissie bracht eind 2016 ook
haar Winterpakket Energie “Clean Energy for All
Europeans” uit. De Commissie wil zo de Europese
Energie Unie verder uitbouwen tot een competitieve,
leveringszekere en koolstofarme samenleving,
met als tijdshorizonten 2030 en 2050.
Daarom worden de belangrijkste Europese energierichtlijnen
gewijzigd.
Tegen 1 januari 2018, moet België een Nationaal
Klimaat- en Energieplan opmaken. Daarin wordt
ook het potentieel van Clean Power for Transport
verwerkt met doelstellingen voor 2025 en 2030
en moet er rekening gehouden worden met de
verschillende maatregelen voorgesteld in het
decarbonisatieplan.
ECOCOMBI’S: EINDELIJK OOK IN WALLONIË
Op 26 mei 2016 heeft de Waalse Regering, op
voorstel van Maxime PREVOT, Waals Minister van
Openbare Werken en Verkeersveiligheid, een
decreet goedgekeurd dat het mogelijk maakt om
ecocombi’s op het Waalse wegennet in te zetten,
in het kader van proefprojecten van proefprojecten.
De voorwaarden voor de proefprojecten
werden in overleg met de sector vastgelegd en
geïnteresseerde bedrijven konden zich vanaf
1 november 2016 kandidaat stellen om die
langere en zwaardere voertuigen te testen. Na
een periode van acht jaar beslist de Waalse
Regering of ze dergelijke voertuigen op het
Waalse wegennet definitief toelaat.
KILOMETERHEFFING VRACHTWAGENS:
INVOERING EN FLANKERENDE MAATREGELEN
IN VLAANDEREN
Op 1 april 2016 ging de kilometerheffing voor vrachtwagens
boven 3,5 ton van start in de 3 gewesten. We
zijn inmiddels 1 jaar later en op die tijd werden
5,7 miljard kilometer afgelegd en 646 miljoen
euro’s geïnd op de betalende tolwegen (autosnel-
en enkele gewestwegen). Dat is veel meer
dan de 100 miljoen inkomsten uit het eurovignet
en de jaarlijkse verkeersbelasting die werden
afgeschaft. De inkomsten werden als volgt verdeeld:
€408 miljoen (of 63,2%) voor Vlaanderen,
€9 miljoen of (1,4%) voor Brussel en €229 miljoen
(35,4%) voor Wallonië. De gewestregeringen hebben
een flankerend beleid uitgewerkt om de transportsector
alle steun te bieden in deze belangrijke
hervorming van de truckfiscaliteit.
Zo wil de Vlaamse Regering de omslag naar
groenere en veiligere vrachtwagens versnellen
en publiceerde ze onlangs een lijst met concrete maatregelen waarvoor transportondernemingen
financiële ondersteuning kunnen aanvragen. De
financiële steun kan oplopen tot 80% van het
totale investeringsbedrag. Europa eist wel dat het
bedrag per onderneming niet hoger mag zijn dan
€ 100.000 euro over 3 jaar.
Het subsidiesysteem wordt operationeel medio
2017, maar zal retroactief gelden voor investeringen
vanaf 1 januari 2017. Aanvragen kunnen
ingediend worden via de website Departement
Mobiliteit en Openbare Werken.
KILOMETERHEFFING: ONDERZOEK VAN DE
IMPACT EN BEGELEIDENDE MAATREGELEN
IN WALLONIË
Wegens de meerkosten van het nieuwe stelsel
heeft het Waalse Gewest een onderzoek naar de
sociaaleconomische impact laten uitvoeren om
de sectoren die het zwaarst door de invoering
van de kilometerheffing getroffen worden, te
identificeren.
Een comité om de zaken op te volgen, is
samengesteld. De regering heeft ook beslist
om een budget van 23 miljoen toe te kennen
voor 3 types van begeleidende maatregelen:
juridische, overkoepelende (financiële en nietfinanciële)
en sectoriële maatregelen.
Het Waalse Gewest had er zich toe verbonden om
na een jaar kilometerheffing een nieuwe impactstudie
uit te voeren. Bedoeling is om de impact
van de maatregel op de verschillende sectoren
van de Waalse economie te onderzoeken en
om de begeleidende maatregelen die de Waalse
Regering ingevoerd heeft, te beoordelen: Zijn die
doeltreffend? Bereiken ze de juiste doelgroep?
Kennen de bedrijven die maatregelen? Worden
de doelstellingen gerealiseerd?
Het onderzoek moet de Waalse Regering dus
helpen om de begeleidende maatregelen aan te
passen indien dat nodig is.